Een appartement dat je niet zelf bewoont recreatief verhuren aan toeristen. Het moet worden toegegeven, op de goede plekken in Nederland levert dit een flinke som geld op.
Categorie archieven: Artikel
Het tijdelijk verhuren van zelfstandige en onzelfstandige woonruimte was voor verhuurders altijd een moeilijke en risicovolle exercitie. De huurbescherming stond er veelal aan in de weg om een huurovereenkomst te beëindigen, ook al was het einde van de overeengekomen bepaalde tijd in zicht.
De stelling van Christian Malipaard, advocaat bij The Legal Group Advocaten. Christian adviseert onze cliënten op het gebied van vastgoedrecht. Ze vallen de laatste tijd bij bosjes. V&D, Perry Sport, Scapino, Miss Etam, Manfield, Dixons en nog veel meer bekende (en minder bekende) retailers gingen de afgelopen periode kopje onder. Het winkelbeeld krijgt dan ineens een geheel andere uitstraling met veel leegstaande winkelruimte. Dit is het schrikbeeld van iedere verhuurder van bedrijfsmatig onroerend goed. De verhuurder ziet zijn post leegstandschade namelijk met zienderogen groeien. Wat zijn de rechten van de winkelruimte-verhuurder in het faillissement van ‘zijn detaillist’? Welke contractuele garanties zijn er en bieden deze garanties soelaas voor de verhuurder?
In een recente uitspraak van het Hof Amsterdam is overwogen dat het contractueel vastleggen van een 7:290-bedrijfsruimte-regime geen garantie is dat dit regime ook van toepassing is tussen de verhuurder en huurder. Zoals blijkt uit de jurisprudentie is het contractueel vastleggen van het regime niet doorslaggevend. Ook gebruik van de term ‘winkel’ in de contractuele bestemming geeft niet de doorslag.
Stemt een huurprijs van middenstandsbedrijfsruimte niet (meer) overeen met die van vergelijkbare bedrijfsruimte ter plaatse, dan kunnen zowel huurder als verhuurder vorderen dat de rechter de huurprijs nader vaststelt. De ingangsdatum van de nieuwe huurprijs is dan in beginsel de datum waarop de vordering is ingesteld.
Ontruiming bij faillissement van de verhuurder was voorheen vrijwel ondenkbaar. Zeker professionele verhuurders beleefden hoogtij dagen. Dat is niet meer. Vroeger was ook ondenkbaar dat een faillissement van de verhuurder zou impliceren dat de curator zijn verplichtingen naast zich neer mocht leggen en een huurder, ondanks zijn gebruiksrechten, het gehuurde zou moeten verlaten.
Ook dat is niet meer, althans niet zonder meer.