Stemt een huurprijs van middenstandsbedrijfsruimte niet (meer) overeen met die van vergelijkbare bedrijfsruimte ter plaatse, dan kunnen zowel huurder als verhuurder vorderen dat de rechter de huurprijs nader vaststelt. De ingangsdatum van de nieuwe huurprijs is dan in beginsel de datum waarop de vordering is ingesteld.

 

Een vordering tot nadere huurprijsvaststelling is slechts ontvankelijk als deze vergezeld gaat met een huurprijsadvies van één of meer gezamenlijk benoemde deskundigen. Bereiken partijen geen overeenstemming over de benoeming van een deskundige, dan benoemt de rechter deze op verzoek van de meest gerede partij. De ingangsdatum van de nieuwe huurprijs is dan de dag waarop een dergelijk 304-verzoekschrift is ingediend.

Lagere rechters verschilden nogal eens van mening over het antwoord op de vraag of voorafgaande aan een 304-verzoekschrift partijen moeten onderhandelen over een te benoemen deskundige. Met andere woorden: lagere rechters verschilden van mening over het antwoord op de vraag of het 304-verzoekschrift kan worden ge- of misbruikt om, zonder voorafgaande onderhandelingen, de ingangsdatum van de nieuwe huurprijs te fixeren?

De Hoge Raad heeft met zijn arrest van 4 oktober 2013 de knoop doorgehakt en de vragen bevestigend beantwoordt: aan een 304-verzoekschrift moet enig overleg voorafgaan. Aan dat overleg zijn, aldus de Hoge Raad, geen hoge eisen te stellen: voldoende en noodzakelijk is dat serieus en zonder onnodige vertraging een uitnodiging tot overleg of op voorstellen van de andere partij wordt ingegaan, zowel wat betreft de huurprijswijziging als wat betreft de eventuele benoeming van de deskundige. Worden partijen het niet (binnen een redelijke tijd) eens, of blijft een serieuze reactie (onnodig lang) uit, dan kan worden geconcludeerd dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt.

Een 304-verzoekschrift kan dus niet worden ge- of misbruikt om, zonder voorafgaande onderhandelingen, te fixeren. De Hoge Raad wijst er in dat verband op dat het een rechter in de huurprijsvaststellingsprocedure zelf vrijstaat om een andere ingangsdatum dan de datum van het indienen van de vordering of het indienen van het 304-verzoekschrift vast te stellen. De rechter kan daartoe aanleiding zien als een partij in het overleg niet de redelijkerwijs in acht te nemen voortvarendheid heeft betracht.

Geef een reactie