In onroerend goed met ‘een lift buiten bedrijf’ wordt iedere gebruiker voor een voldongen feit gesteld. De enige weg naar boven of beneden zal via de trap van het pand moeten plaatsvinden. Veelal is dit nog wel te accepteren en bovendien nog goed voor de lichaamsbeweging, maar wie accepteert de aansprakelijkheid van een probleem aan de lift dat ieder keer terugkeert?
Tag archieven: Bedrijfsruimte
In een recente uitspraak van het Hof Amsterdam is overwogen dat het contractueel vastleggen van een 7:290-bedrijfsruimte-regime geen garantie is dat dit regime ook van toepassing is tussen de verhuurder en huurder. Zoals blijkt uit de jurisprudentie is het contractueel vastleggen van het regime niet doorslaggevend. Ook gebruik van de term ‘winkel’ in de contractuele bestemming geeft niet de doorslag.
Stemt een huurprijs van middenstandsbedrijfsruimte niet (meer) overeen met die van vergelijkbare bedrijfsruimte ter plaatse, dan kunnen zowel huurder als verhuurder vorderen dat de rechter de huurprijs nader vaststelt. De ingangsdatum van de nieuwe huurprijs is dan in beginsel de datum waarop de vordering is ingesteld.